Maak van Benelux logistieke proeftuin

Bedrijven en overheden moeten de Benelux, waar kortere procedures gelden dan elders in Europa, gebruiken als proeftuin voor logistieke innovaties die goederenstromen sneller en duurzamer maken. Dit stellen OTM en de Nederlandse ondernemersverenigingen EVO en Fenedex vandaag voor in hun Memorandum uitreiking.

De ondernemersorganisaties willen bijvoorbeeld de papieren rompslomp rond vrachtdocumenten digitaliseren, grensoverschrijdend vervoer van de iets langere 45-voetscontainer mogelijk maken, alternatieve brandstoffen stimuleren en een betere samenwerking tussen inspectiediensten zoals de voedsel- en warenautoriteit en de douane.

Invloed

Europese richtlijnen laten vaak jaren op zich wachten en moeten ook nog eens alle nationale parlementen passeren. In de Benelux kunnen nieuwe regels volgens OTM en EVO, Fenedex sneller worden ingevoerd doordat de drie landen al veel richtlijnen op elkaar afstemmen. Omdat de Benelux de draaischijf voor het internationale goederenvervoer in Europa vormt, hebben nieuwe regels over infrastructuur, regelgeving, verkeersmanagement en brandstoffen indirect een groot effect op de rest van Europa. Want hoewel België, Nederland en Luxemburg slechts een kleine 2% van het grondgebied van de Europese Unie beslaan, gaat 21% van de zeevaart naar en van de EU via Antwerpen en Rotterdam. Ook gaat 78% van de binnenvaart en 7% van het wegvervoer naar en van de EU via de Benelux.

OTM en EVO, de vertegenwoordigers van de verladende industrie in respectievelijk België en Nederland, hebben gezamenlijk hun doelstellingen geformuleerd. Dit is het resultaat van een bundeling van krachten tussen beide organisaties, het logische gevolg van de vele raakvlakken tussen OTM en EVO. De krachtlijnen die uit het naast elkaar leggen van de kernpunten van OTM en EVO volgen, zijn samengevat in een memorandum.

Voor de diverse actiepunten – werkvelden verspreid over de verschillende vervoersmodi – hopen we tot oplossingen te komen om ons logistiek landschap nog beter op de kaart te zetten. Om dit alles te kunnen realiseren rekenen we op de overheden om onze actiepunten om te zetten tot positieve resultaten, verbonden aan een competitief milieubeleid. Onze aandacht gaat ook speciaal naar een vlottere mobiliteit en bereikbaarheid voor onze bedrijven, een basis van onze welvaart.

Een efficiënt mobiliteitsmanagement, infrastructurele aanpassingen, het optimaal inzetten van alle vervoersmodi en de daaraan gekoppelde modal shift, en het spreiden van venstertijden zijn maatregelen die zeker kunnen bijdragen om onze doelstellingen tegen een aanvaardbare kostprijs te bereiken.

Onze voornaamste economische troeven, vooral onze zee- en luchthavens moeten onze meerwaarde nog meer in de verf zetten. Belemmerende elementen die onze concurrentiepositie kunnen aantasten moeten strenger en efficiënter worden aangepakt.

Nieuwsbericht van OTM, 07/12/2016